Zondagochtend bezochten we Villa Gregoriana in Tivoli, een dorpje net boven Rome. Tivoli zelf bestaat uit twee delen. Het oudste gedeelte ligt tegen de berg aan, waar de drie villa’s (villa Gregoriana, villa d’Este en villa Adriana) die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan zich bevinden. Onderaan de berg ligt het moderne gedeelte van Tivoli. Hier rijd je doorheen om de naar het oudere gedeelte te gaan.
Wij besloten om alleen Villa Gregoriana te bezoeken, aangezien dat al een hele wandeling zou worden. De naam is namelijk misleidend, want je bezoekt een natuurpark en geen villa. In het park bevinden zich meerdere watervallen, grotten en prachtige uitkijkpunten. We begonnen onze wandeling met een prachtig uitzicht over het eindpunt, waar de tempel stond.
Vanaf dat uitkijkpunt liepen we door naar de Catillo tunnels. Door deze tunnels stroomt water en ze monden uit in de eerste waterval van het park. Omdat het uitkijkpunt zich onder de bomen bevind kan je hier heerlijk genieten van het uitzicht, terwijl je in de schaduw staat en niets anders hoort dan het suizen van water.
Daarna liepen we over de paden naar andere punten, zoals de ruïnes van Villa di Manlio Vopisco, de Stipa kanalen en de Bernini waterval. De route was erg mooi en erg groen, iets wat we je in het centrum van Rome zeker niet tegenkomt.
Vanuit een volgend uitkijkpunt had je een mooi overzicht over de groene omgeving en een naastgelegen meer.
Om van dit punt naar het volgende uitkijkpunt te komen liepen we over verschillende smalle trappetjes. De route door het hele park ging zo, we liepen een stuk omhoog en daalde daarna weer een stuk af.
Zo kwamen we bij het volgende uitkijkpunt, waar we uitkeken op de eerste waterval vanaf een lager punt. De zon stond hoog aan de hemel en het was erg warm in de volle zon, maar het uitzicht was het meer dan waard.
Aan de andere kant zagen we op dat moment een berg met ramen erin, waar je soms mensen voorbij zag lopen. Wij zouden later in de tocht ook langs deze ramen komen, al leek het nu nog erg ver weg, met een dal ertussenin.
Daarna liepen we door naar de Valle dell’Inferno, de vallei van de hel. Ook hier had je een prachtig uitzicht op een waterval. Vroeger, toen hier nog allerlei nederzettingen stonden, is het gebied een aantal keer overstroomd. Vandaar dat het nu de naam de vallei van de hel draagt.
Aan de andere kant van deze vallei ligt de zeemeerminnen grot. In de grot was het wat koeler, dus hier namen we even een korte pauze.
Toen liepen we weer verder. We kwamen uit in de berg met raampjes en konden nu naar buiten kijken. Je kon het pad op de berg ertegenover gedeeltelijk zien liggen, maar het meeste lag verborgen onder grote, groene bomen.
Daarna kwamen we uit bij het volgende punt, de Grotta di Nettuno, Neptunus grot. Deze grote, open grot zorgen voor wat schaduw en dus zaten overval mensen te rusten. Je kon hier gedeeltelijk op wanden klimmen, maar er stonden ook wat houten bankjes aan de zijkant.
Daarna begon de klim naar het eindpunt, wat hoger lag dan we dachten. In de brandende zon (het was 35 graden) liepen we over brede trappen naar boven.
En boven aangekomen kwamen we bij de Templi di Vesta e Tiburno, het andere beginpunt (of eindpunt) van de tocht. Van de tempel was niet veel meer over, maar je had een prachtig uitzicht over een gedeelte van het oude centrum van Tivoli. Hier kwamen we even op adem, terwijl van het uitzicht genoten.
Na deze tocht hadden we toch best wel wat honger gekregen, dus besloten we te gaan lunchen bij een Italiaans visrestaurant. Terwijl we van grootmoeders huisgemaakte calamaris genoten, keken we uit op de tempel aan de andere kant van de berg.
Leave A Reply