Afgelopen dinsdag ging onze tweede excursie naar het eiland Nissyros. Om acht uur ’s ochtends werden we opgehaald en om half negen zaten we op de boot. De boot was identiek aan de boot waarop we naar Bodrum vaarden, dus de wc’s zaten op een bekende plek. Het was lekker rustig op de boot en het uitzicht was prachtig.
Twee uur later kwamen we aan in de haven van Nissyros, na een hele hoop foto’s gemaakt te hebben van ronddobberende bootjes tijdens de reis. Eenmaal van boord werden alle toeristen bij elkaar geroepen en in groepen ingedeeld. Daarna konden we onze kaartjes kopen voor het bezoek aan de krater, wat later die dag plaats zou vinden. Nadat iedereen zijn tickets gekocht had kregen we wat algemene uitleg van de reisleidster. Ze vertelde dat het eiland nog maar 1.000 inwoners telt, waarvan het grootste gedeelte in de hoofdstad Mandraki woont. De mensen leven hier voor 70% van het dagtoerisme, de andere 30% is verdeeld over de landbouw, visserij en militaire sector. Verder zijn alle gebouwen op Nissyros nog oude, Griekse gebouwen. Op Kos zijn de meeste oude gebouwen verdwenen door aardbevingen, maar Nissyros is gespaard gebleven. Ook vind je hier geen grote hotels of andere moderne toeristische bouwwerken.
Hierna begon onze wandeltocht door de hoofdstad Mandraki. Onze tocht begon bij een gedenkplaat. Door de decennia heen zijn erg veel Grieken die op Nissyros geboren waren naar de Verenigde Staten geëmigreerd. Veel van hen zijn omgekomen tijdens de aanslag van 11 september. Op deze gedenkplaat staat één Griek afgebeeld, maar hij staat symbool voor vele anderen. Veel eilandbewoners komen dan ook naar deze gedenkplaat om hun geliefden te herdenken.
Daarna liepen we met zijn allen door het centrum heen. Het centrum telt vele kleine straatjes, vandaar dat iedereen zich hier per fiets of te scooter vervoerd en niet per auto. Al lopende kwamen we verschillende bezienswaardigheden tegen. Zo kwamen we als eerste langs het ‘oude vrouwen’ plein. Op dit plein zouden vroeger alleen maar oude vrouwen zitten, die de hele dag niets anders deden dan roddelen over de dorpsbewoners. Tegenwoordig is dit plein omgetoverd tot een groot terras voor toeristen.
Hierna liepen we wat verder het dorp in en kwamen we bij een kinderschool uit. De school lag wat hoger het dorp in, waardoor we een prachtig uitzicht hadden op het bekende klooster van Nissyros, dat op de top van een heuvel ligt. Het verhaal gaat dat het icoon van dit klooster daar lang geleden in een grot verscheen. Toen de mensen het meenamen naar de stad verdween het steeds en na lang zoeken vonden ze het weer terug in de grot. Nadat dit een aantal keer voorkwam waren de mensen het zat en bouwden ze een klooster om de grot heen. Tegenwoordig komen erg veel gelovigen hierheen, omdat het één van de krachtigste iconen ter wereld zou moeten zijn.
Na de uitleg over het klooster werd nog kort wat verteld over het mythische ontstaan van het eiland en daarna liepen we verder het centrum van Mandraki in. Uiteindelijk kwamen we uit bij de steile trap naar het klooster. Hier eindigde de tour door het dorp met de reisleidster en kon je zelf kiezen of je de 129 trappen naar het klooster wilde beklimmen. Wij besloten uiteindelijk om niet naar boven te gaan, maar om naar de kerk in het centrum te gaan. Er werd namelijk van tevoren gewaarschuwd voor het klooster, vrouwen moesten knieën en schouders bedekken en als de hele groep naar boven zou gaan zou er een enorme wachtrij komen. Sommige zouden misschien niet eens de kans hebben om naar binnen te gaan en je mocht er absoluut geen foto’s maken
Genoeg redenen voor ons om niet naar het klooster te gaan. De kerk waar wij uiteindelijk heen gingen was de enige in het dorp en stond bekend om zijn mooie muurschilderingen. De kerk had in het midden gewone kerkbanken en aan de zijkant hoge stoelen, waar Griekse namen op stonden. Het plafond en de muren zaten vol christelijke schilderingen en er hingen drie grote kroonluchters in het midden. Op onze weg naar buiten staken we nog een kaarsje op en besloten we nog even door het centrum te wandelen en iets te drinken. Als eerste kwamen we weer langs het ‘oude vrouwen’ plein waar inmiddels wat meer toeristen zaten. We besloten hier ook te gaan zitten en te genieten van een koud glas drinken. Ook kregen we hier zelfgemaakte tzatziki met vers brood. Rond twaalf uur stonden we weer op en liepen we nog een stukje door het centrum en keken we onze ogen uit. Overal stonden typische blauwwitte gebouwen.
Om half één werden we verwacht bij de bus, want het was tijd om naar de krater te gaan. Onderweg kwamen langs het andere kustdorpje Paloi waar een enorm rood gebouw staat dat honderden jaren terug als Spa gebruikt werd. Tegenwoordig staat het leeg, omdat er te weinig toeristen op af komen.
Na een busrit van 25 minuten kwamen we in de krater aan en meteen rook je de vieze zwavelgeur. De krater was enorm en in de krater zaten verschillende subkraters. Het verhaal gaat dat het eiland een grote vulkaan is, die lang geleden uitgebarsten is. Toen had het eiland nog een mooie vulkaan punt. Diep onder de grond is het echter nooit rustig geweest, waardoor er nog vele kleine uitbarstingen na de eerste uitbarsting volgden. Dit zorgde ervoor dat de kraterpunt weggeblazen is. De subkraters in de krater zijn ook het gevolg van de kleine uitbarstingen en onder die subkraters is het nog steeds onrustig. Dit wordt maandelijks bekeken en onderzocht door specialisten, maar het is veilig genoeg voor toeristen om eroverheen te lopen.
En dat is precies wat wij gingen doen. Eerst kregen we wat uitleg en waarschuwingen van de gids. Ze vertelde ons dat uit sommige kleine gaten in de subkraters hete stoom komt waar je niet overheen moet lopen. Ook moest je vooral geen zwavelstenen oppakken, omdat deze zo een gat door je kleren heen branden. Verder zou je moeite met ademenen kunnen krijgen, omdat er in de subkrater minder zuurstof is. De subkrater waar wij in gingen had de naam Stefanos en was de grootste van allemaal.
Toen was het dan echt tijd om de subkrater in te gaan. Voordat je in de subkrater bent moet je via een steil paadje naar beneden klauteren. En omdat je zo weinig mogelijk stenen aan moest raken, was dit best ingewikkeld. Ook voelt de grond onder je voeten raar aan. Als je er overheen loopt heb je het gevoel dat je er in weg zakt en als je erop springt klinkt het alsof er een holle kamer onder zit.
Eenmaal beneden zagen we als eerste de gaten in de rotsen waar stoom uitkwam. Deze gaten zijn omringt met een felle gele kleur en de stoom die eruit komt was erg heet volgens een Engelsman die er met zijn gezicht voor was gaan hangen. Aan de rand van de subkrater had je erg veel van deze kleine gaten en de grond was daar ook erg heet. Ook merkte je goed dat het ademhalen wat moeilijker ging. In het midden van de subkrater waren veel grote gaten in de grond. Ook hier kwam stoom uit en de grond eromheen was erg zacht. De zwavelgeur was hier zo overheersend dat sommige mensen er niet lekker van werden. Na nog wat foto’s gemaakt te hebben was het weer tijd om naar boven te klimmen. Tijdens de klim merkte je heel goed dat ademhalen moeizaam ging en om de paar minuten stopte iedereen dan ook om adem te halen.
Eenmaal boven aangekomen hadden we nog wat tijd om in het souvenirwinkeltje te kijken. Hier verkochten ze allerlei verschillende stenen, zoals bewerkte zwavelstenen en vulkaanstenen. Daarna moesten we de bus weer in en werden we na 25 minuten in Mandraki afgezet. Het was tijd voor de lunch. We hadden in het centrum meerdere restaurantjes gezien, maar we besloten iets te gaan eten bij de haven. Daar had je een restaurantje dat uitkeek op de zee. Ook kon je vanaf die plek Kos zien liggen. Onder het genot van een biertje aten we onze Griekse schotels en bedachten we wat we de rest van de middag zouden doen. Er werd ons aangeraden om de souvenirwinkels te bezoeken, allereerst omdat de mensen hier leven van het dagtoerisme, maar ook omdat ze hier veel spullen hadden die je op Kos niet zou zien.
Vandaar dat wij besloten om de souvenirwinkels te bezoeken. Je had er niet zo heel veel, maar ze hadden ieder wel hun eigen aparte spulletjes. In een van de winkels vonden we Opsidian, een steensoort. Deze steen bezit kleine stukjes glas en wordt gewonnen op een nabij gelegen onbewoond eiland. De winkels hier in Nissyros zijn de enige die deze stenen ruw verkopen aan toeristen. De stenen worden normaal gesproken verwerkt tot andere producten en dan pas aangeboden aan consumenten.
Na onze winkeltocht was het weer tijd om terug te gaan naar Kos. Rond vier uur gingen we de boot op en iets voor zessen stonden we weer in de haven van Kos. Daar bedankte de reisleidster ons voor de gezellige dag en werden we naar de juiste bus geleidt. Rond half zeven waren we weer terug op het Resort, moe en voldaan van deze leuke dag.
4 Comments
Wat een leuk avontuur om te lezen. Dit moet het èchte genieten zijn. Dat kan niet anders!
Gr. Ton
Dat is ‘mee”genieten! En wat een prachtige foto’s.
Met plezier kijk ik uit naar het volgende bericht. Groetjes
Dat is ‘mee”genieten! En wat een prachtige foto’s.
Moet wel een geweldige ervaring zijn
Nou nou jullie zien zo wat! Het is wel erg druk en toeristisch daar zie ik. We gaan langzaam aan weer aftellen.. Geniet nog van de laatste paar dagen! Groetjes Alessia